Menu Sluiten

Mooi debat kandidaten met de Jonge Socialisten

Op een warme nazomeravond in een mooi park op 8 september jl. alweer een voorzittersdebat. Ditmaal georganiseerd met de JS. Mooi dat al deze jongeren zo betrokken zijn dat ze ondanks het mooie weer met ons willen praten. We leren elkaar als kandidaten al aardig kennen, de posities zijn duidelijk. Ondanks dat we allemaal overtuigde sociaaldemocraten zijn, is er echt wat te kiezen.

Ik heb in mijn pitch ingegaan op mijn inzet en beloning. Ik veroorloof me niet de luxe die onze partij zich niet kan veroorloven. Ik ben meer dan fulltime beschikbaar, met meer energie en passie dan ooit, voor een salaris van modaal inkomen, drie keer zo laag als nu. Dat buitensporige salaris past een voorzitter niet die solidariteit predikt en strijdt tegen onrechtvaardige ongelijkheid. De besparing die dat oplevert gaat naar bestuurstoelagen van de JS en een groter budget voor jongerenactiviteiten. Net zoals ik dat ooit ook geregeld heb voor het bestuur en het bureau van de door mij opgerichte en bedachte LSVb.

Maar dan wil ik wel dat de JS laat zien dat ze weer de luis in de pels zijn van onze partij, bruisend van actie en kritisch debat. Dat mis ik nu te veel. Terwijl er zoveel onrecht is. Gelukkig is de JS nu ook tot het inzicht gekomen dat een schuldenstelsel voor studerende jongeren fout is. Schulden bagatelliseren terwijl we midden in een schuldencrisis zaten en zitten. Hoe idioot wil je het hebben? Toen ik bepleitte toch op zijn minst niet het schuldenstelsel te noemen als voorbeeld van Van Waarde politiek in de Van Waarde Resolutie, werd ik helaas nog niet gesteund door de JS, en ook niet door iemand van mijn huidige tegenkandidaten. Voortschrijdend inzicht is mooi, ik ben er blij mee, maar van een partijvoorzitter mag verwacht worden dat hij of zij tijdig inziet wat echt Van Waarde is, en wat daar evident in strijd mee is.

De huidige generatie dreigt sinds lange tijd de eerste te zijn die het niet beter krijgt dan de vorige. Er is veel bestaansonzekerheid en enorme ongelijkheid. De woningnood treft jongeren als woningstarter enorm. De JS moet daar voluit gaan, de leiding nemen in het protest.

Ik wil een activistische partij, bruisend van spraakmakende acties en debatten, juist waar het schuurt. Met grote veranderingen en gedurfde ideeën, weer overtuigd zijn van de maakbaarheid van onze idealen. Zoals ik aangeef in mijn boek, ‘Over de maakbaarheid van gedurfde ideeën’, lees het en geef mij tegenspraak of breng het verder!

De rol van de voorzitter voor een nieuwe koers

Als eerste thema werd er gesproken over de rol van de partijvoorzitter voor een nieuwe koers. Daarin zie je ook de verschillen. Waar sommige kandidaten vooral de blijvende waarden van onze beginselen en onze resultaten in het (verre) verleden benadrukken, en Esther-Mirjam blijft steken in de bewieroking van het onder haar leiding opgestelde verkiezingsprogramma, ben ik de enige kandidaat die hamert op het terugwinnen van het verloren vertrouwen bij miljoenen kiezers en tienduizenden leden. Als kandidaten worden we steeds opgeroepen optimistisch te zijn, maar om realistisch hoop op verbetering te kunnen koesteren is nodig dat we echt leren van de fouten die we gemaakt hebben. 

Als de dag aanbreekt,

Vragen we ons af,

Waar kunnen we licht vinden,

In deze oneindige nachten

Zo begint de deze week verschenen mooie vertaling door Zaïre Krieger van het indrukwekkende gedicht ‘The Hill we Climb’ van Amanda Gorman bij de inauguratie van John Biden, het moment van triomf over de intolerantie, de haat, het racisme en de aanval op de rechtsstaat van het Trumptisme. Het liet zien hoe woorden kunnen raken. Dat woorden ertoe doen. Het liet zien hoeveel mensen smachten naar hoop naar een betere samenleving. De sociaaldemocratie is de beweging voor verandering, voor een echt andere, rechtvaardige, solidaire, inclusieve en duurzame samenleving.

Met onze idealen is niets mis, maar geloven we nog wel in de maakbaarheid ervan? Het partijbureau heeft ons kandidaten opgedragen om optimistisch te zijn, maar de werkelijkheid is inktzwart. In onze samenleving en in onze partij. We slagen er niet in om met onze idealen en plannen mensen weer hoop te geven. Dat moet anders, en dat begint met geloven in de maakbaarheid van gedurfde ideeën om onze idealen te realiseren. En het begint met je uitspraken tegen misstanden, ook in je eigen partij, ook als dat even niet gezellig is.

Ik ben geschokt dat er afgelopen zondag bij het monument dat de slachtoffers van de Nazi-bezetting herdenkt in Amsterdam zwarthemden neofascisten beschermden met gele Jodensterren. Zonder dat ze iets in de weg gelegd werden, zonder dat iemand ingreep. Ik heb helaas niemand van onze partijleiding gehoord die daar de vinger oplegde. Terwijl 20.000 idioten met hen meeliepen wanhopen 20.000 Afghanen die ons met een kansloze missie steunden tevergeefs op redding terwijl zij in een echte dictatuur moeten onderduiken. Zijn er de afgelopen anderhalf jaar 40.000 vluchtelingen met pushbacks illegaal teruggestuurd door EU-lidstaten, waarbij 2000 mensen verdronken. De wantoestanden in de Griekse opvangkampen en die in ‘de regio’ duren voort met mensonterende omstandigheden. En veranderde de VVD-staatssecretaris voor migratie stiekem de regels waardoor kinderen hun ouders niet meer konden laten overkomen.

VVD en CDA spreken over ‘stromen’ en ‘golven’ van vluchtelingen, alsof het niet over individuele mensen van vlees en bloed in doodsnood gaat, en dehumaniseren zo de werkelijke crisis. Ze maken vluchtelingen en andere migranten, vooral als ze niet-westers zijn, verdacht en maken ze tot zondebok van onze woningnood. Ondertussen weigeren ze iets te doen aan de extreme uitbuiting van arbeidsmigranten. En opnieuw blijkt onze rechtsstaat te falen, nu het OM weigert de evidente uitbuiting van Filipijnse migranten te vervolgen. Het is racisme en uitsluiting in optima forma, zoals we ook zagen bij het toeslagenschandaal. VVD en CDA doen inmiddels nauwelijks onder voor extreemrechts in hun retoriek van zondebokken en verdachtmakingen, in het vergruizen van onze rechtsstaat, in het acceptabel maken van intolerantie tegen tolerantie. Dat de VVD serieus JA21 als acceptabele coalitiepartner blijven zien, geeft aan dat ze niets geleerd hebben van hun avontuur met Wilders’ PVV. En het CDA niets van hun avontuur met de LPF. VVD en CDA diskwalificeren zich daarmee steeds meer als middenpartij, als partij waarmee je fatsoenlijk kunt regeren. En dat is zeer ernstig.

Ik roep op tot aanscherping van wetgeving, maak bagatellisering Shoah, Holocaust strafbaar. Maak fascistische partijen die oproepen tot het met geweld omverwerpen van democratische rechtsstaat strafbaar. Geen tolerantie voor intolerantie. En er is meer en beter geschiedenis- en maatschappijleeronderwijs nodig, niet als keuzevak maar voor iedereen. Niet alleen rekenen en taal behoren tot de basiskennis en -vaardigheden.

En ik roep op tot strijd tegen ongelijkheid. Ongelijkheid is een broedplaats voor fascisme, intolerantie en geweld. De ongelijkheid in ons land wordt enorm onderschat. Begin niet met kansenongelijkheid, maar met meer gelijke uitkomsten. We hebben hier enorme ongelijkheid. Op de VS na, de grootste in de ontwikkelde landen. Ook in ons verkiezingsprogramma doen we er veel te weinig aan. In het document van VVD en D66 werd het thema zelfs niet eens genoemd, en ook niet door ‘onze’ Mariëtte Hamer in haar agenda van urgente problemen.

Ongelijkheid is een veelkoppig monster. De meeste ongelijkheid heeft niets met eigen verdienste of schuld te maken, maar met maatschappelijke misstanden. Met hoe we de verzorgingsstaat en de rechtsstaat hebben doen vergruizen. Onze PvdA draagt daar een zware verantwoordelijkheid. Het is schokkend te lezen hoe achteloos onze partijgenoten dat deden in het boek “Dat hadden we nooit moeten doen”, verplichte literatuur voor iedere PvdA politicus als ik partijvoorzitter wordt. Het is schokkend dat we nog steeds niet goed de lessen van Rutte II geleerd hebben. Al keert het tij, nu ik al vijf jaar roep om linksom te gaan.

Het was onze PvdA die de woononzekerheid en de woningnood mede heeft georganiseerd. Jacques Monasch stemde met alles in van minister Stef Blok, die onze volkshuisvesting vernietigde. Hij mocht wel deelnemen aan de lijsttrekkersverkiezing in 2017, maar vertrok om een mislukte eigen partijtje op te richten met een rechtse agenda. Ik mocht dat toen niet, ik wilde teveel veranderen.

Daniel Koerhuis van de VVD laat iedere keer de waarheid van Jan Schaeffer zien: In gelul kan je niet wonen. Ons huidig verkiezingsprogramma is mede door mijn inbreng veel linkser geworden, maar gedurfde ideeën ontbreken. Zo wordt er niets gedaan aan de enorme ongelijkheid tussen woningbezitters en huurders. Woningbezitters bezitten dertien maal zoveel als huurders, en verdienen vier maal zoveel als huurders. Ze ontvangen zes maal zoveel subsidie als huurders. Bijna de helft van de huishoudens is huurder. Ongeveer een kwart kan niet rondkomen, omdat de inkomens te laag zijn en de huur en de energielasten te hoog. Ze kunnen aan het eind van de maand geen eten kopen. Vakantie denken ze al helemaal niet aan. Ik kom ze dagelijks tegen, in mijn werk als energieadviseur zie ik dat mensen in de kou en de schimmel zitten. Ik woon zelf in een sociale huurflat in een volkswijk, ik weet wat daar achter de voordeur speelt. Ik heb het niet over ‘die mensen’, ik behoor er zelf toe.

Dat ontbreekt teveel in onze partij. We zijn teveel de partij van succesvolle hoogopgeleiden geworden, de partij van de woningbezitters. Jongeren denken dat woningbezit op je 25ste normaal is. Dat kan alleen maar normaal zijn als je enorm risicovol leent. Ik weet uit eigen ervaring hoe risicovol dat is. In de crisis in 2012 werd ik werkloos en in die crisis daalden de woningprijzen snel en dramatisch. Ik kon mijn hypotheek niet meer betalen en mijn woning werd voor een kwart van de waarde door de bank geveild. Ik weet dat we moeten stoppen met zo enorm lenen, ik ken de hel waarin je als schuldenaar terecht komt. Het kan jullie ook overkomen, ik waarschuw mijn 29-jarige dochter zeer om nu teveel hypotheek te nemen.

Maar ik weet ook wat je aan deze misstanden moet doen, en onder mijn leiding zullen we daar echte linkse plannen op loslaten. IK ga het politiek ombudswerk juist ook voor huurders prioriteit maken en maatschappelijk het huurdersprotest verder organiseren. En ik zal zorgen dat ook huurders weer op ons stemmen en lid worden!

Strijdbaar zijn, dat moet onze partij zijn. Echte veranderingen bepleiten en uitvoeren! Betrouwbaar zijn. Niet in ons verkiezingsprogramma voor 2021-2024 bepleiten dat we gaan voor een verhoging van het wettelijk minimumloon naar 14 euro per uur en dan bij het CPB voor de doorrekening iets veel lagers inleveren.

Ik ben er trots op dat nog geen partijbobo het aangedurfd heeft om mij openlijk te steunen, ze beseffen heel goed dat ik als enige kandidaat geen lippendienst bedrijf aan echte veranderingen. 

Ik ben er trots op dat juist mensen in de verdrukking zich spontaan in mijn team aangemeld melden. Zoals Anita Engberts, die als voorzitter van PvdA werkgroep huurders onvermoeibaar strijdt voor de belangen van huurders, maar niet gehoord werd door onze partijtop, waarop de werkgroep uit frustratie haar werk neergelegde. Zoals Ahmed Abdilahi, de Somalische postbode uit de Tweebosbuurt in Rotterdam, die ziet hoe onze partij de armen uit zijn wijk verdrijft en goede sociale huurwoningen sloopt met de discriminerende Rotterdamwet.

Ik ben er trots op dat toen Kristina van der Molen die de taskforce verjonging leidde in het partijbestuur en voorzitter was van FNV Jong, als eerste met mij in gesprek ging toen zij uit frustratie een paar maanden geleden met een open brief uit frustratie opstapte als lid van het partijbestuur.

Ik ben er trots op dat PvdA FNV-bestuurders zich tot mij richtten uit frustratie over het ondermijnen van goede cao’s voor juist de lage inkomens, zoals winkelbedienden, door het AVV, een nepvakbond, waarbij de voorzitter van onze fractie in de Eerste Kamer een gouden boterham verdiend als bezoldigd bestuurder, gesubsidieerd door de werkgevers. Dat ondermijnt het vertrouwen in onze partij, en als ik één prioriteit heb als partijvoorzitter, dan is het dat geschonden vertrouwen te herstellen.

Linkse samenwerking of fusie?

Het tweede thema van de avond was linkse samenwerking en/of fusie. Alle kandidaten willen linkse samenwerking, waarbij Reshma het meest duidelijk fusie met GL uitsluit en Frank niet fuseren met GL eigenlijk uitsluit. Met GL samengaan is voor mij eigenlijk een no brainer. In beide partijen is veel draagvlak en er zijn enerzijds zoveel overeenkomsten en anderzijds kunnen we elkaar zo goed aanvullen. Om solidair én groen te zijn. Om jong én oud te verbinden. Om links sociaaleconomisch beleid te verbinden met inclusief sociaal-cultureel beleid. Links moet ophouden met narcisme van kleine verschil over wie socialer, groener of inclusiever is. We moeten elkaar versterken, elkaar aanvullen, van elkaar leren. Onze tegenstanders zitten op rechts en alleen samen kunnen we rechts verslaan. Samen kunnen we meer zijn dan de som der delen, we kunnen een nieuwe linkse doorbraak forceren.

Maar we moeten ook het uiterste doen om tenminste ook de SP te betrekken. Ik bepleit als enige fusie met GL én SP. Zie ook mijn open brief aan de drie partijleiders van deze week (te lezen elders op deze website). Door Frank wordt dat weggezet als onrealistisch. Het is m.i. luie politiek om daar geen energie in te steken. Ook daar liggen kansen. Ondanks al het wederzijds oud zeer. Alleen dan maken we ook kans praktisch geschoolden en lage inkomens aan te spreken. Dat is een bestaansvoorwaarde voor een brede, linkse partij. Als enige kandidaat heb ik uitstekende relaties met zowel SP als GL. Ik ben donateur van het wetenschappelijk bureau van GL, De Helling. Ik ben de enige kandidaat die ook bij de SP geloofwaardigheid heeft. Ik heb ze als persoonlijke vrienden, net als bij GL. Ik ben actief lid van het Nationaal Zorg Comité, dat we al lang hadden moeten omarmen. Ik ben spreker bij hen, overigens samen met Kim Putters en Herman Tjeenk Willink. Als er iemand is die ook de SP bij linkse samenbundeling kan betrekken, dan ben ik het. Het is niet voor niets dat Lilianne Ploumen als eerste positief op mijn open brief reageerde.

De andere kandidaten geven hoogstens lippendienst aan samenwerking, maar bemoeilijkt het nog verder door dan ook PvdD en Bij1 erbij te willen betrekken. We kunnen prima samenwerken maar samenbundeling zal voor partijen die juist voor een deelbelang gaan een brug te ver zijn. En ik hoop ons en de nieuwe fusiepartij zo inclusief te maken, dat ze eigenlijk overbodig worden. Dat wij ook de partij zijn voor echte inclusiviteit, dierenwelzijn en klimaat, voor oudere en jonge sociaaldemocraten. Anders dan bij de SP is hen nu betrekken bij een fusieproces m.i. niet realistisch als je echt tot een gezamenlijke, nieuwe brede linkse volkspartij wil komen. En dat wil ik. Een nieuwe linkse doorbraak. 

Zonder aanmatigend te willen zijn ben ik de enige kandidaat die deze brug tussen de drie partijen kan en wil bouwen. Maar wel als eind van een proces waarin de leden van alle drie partijen goed meegenomen moeten worden. Een proces dat liefst al in mijn voorzitterstermijn wordt afgesloten. Ik voel de urgentie, die duidelijk ook leefde in de zaal. En ik zal direct beginnen met het bevorderen van een links schaduwkabinet en een links alternatief regeerakkoord van tenminste PvdA, GL én SP. En met bevorderen en faciliteren van linkse lokale bundeling voor de komende gemeenteraadsverkiezingen, gecombineerde lidmaatschappen met korting en gezamenlijke projecten en acties, bijv. voor betaalbare huren, eerlijk verduurzamen en investeren in de publieke sector. Ook wil ik snelle samenwerking tussen onze wetenschappelijke bureaus, jongerenorganisaties en thematische netwerken, als ook een gezamenlijk links festival op 1 mei, met naast wervelende debatten en sprekers vooral ook veel cultuur: toneel, dans, Avant Garde muziek, poëzie. Daar kunnen PvdA, GL en SP, en ook de vak- en andere maatschappelijke bewegingen, heel mooi op samengaan. We geven onze culturele leden, dat zijn er veel, daar ook een plek in. Zo laten we zien dat links niet zuur is, maar zoet kan zijn. Zonder de scherpte te verliezen.

Door straks nationale verkiezingen in te gaan – die komen eerder dan het einde van mijn termijn als voorzitter, verwacht ik! – met tenminste een links inhoudelijk stembusakkoord, en een afspraak om elkaar in de formatie niet los te laten. Als er meer kan, zoals een gezamenlijke lijst, dan zal ik dat organiseren. Ik leun niet achterover, ik wil het momentum nu pakken. De leden worden daarbij nadrukkelijk betrokken, en hebben het laatste woord. Ik zal dat draagvlak organiseren, samen linksom!

Skip to content