Menu Sluiten

Hoofdstuk III. Migratie en integratie effectief en rechtvaardig reguleren

Een Nieuwe Tien over Rood – 240 concrete voorstellen voor een nieuw PvdA verkiezingsprogramma 2021

     Linksom! in de PvdA

Voorstellen:

31.  Vluchtelingen komen naar Europa en ons land omdat ze in eigen land niet veilig zijn, door oorlog of vervolging. Dat vraagt om een zelfbewuste Europese Unie, die effectief en proactief vrede, de universele mensenrechten en de democratische rechtsstaat bevorderd en zo nodig handhaaft – met soft en zo nodig ook hard power. De EU moet een gezamenlijk buitenlands beleid voeren, en naar een gezamenlijke defensie toewerken, binnen NAVO-verband. Het bestrijden van ongelijkheid in de wereld, het helpen voorkomen en bestrijden van ecologische crises en het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (Substainable Development Goals)[1] moet – naast vrede, mensenrechten en democratische rechtsstaat – de kern vormen van ons buitenlands beleid.[2]

32.   De toelatingscriteria en -procedures van vluchtelingen moeten eerlijker en meer onafhankelijk worden. De lijst van veilige landen moet onafhankelijk worden vastgesteld. Procedures moeten niet moedwillig vertraagd worden om vluchtelingen en hun gezinsherenigers te ontmoedigen. Als beoordeling asielverzoek langer dan wettelijke termijn (meestal 6 maanden) duurt dan verkrijgt aanvrager een vergunning, tenzij de vertraging aan hem te wijten is.  Illegale migranten en afgewezen asielzoekers sturen we terug naar land van oorsprong. Als je niet terug kan omdat je land van oorsprong je niet toelaat, moet je een aparte tijdelijke vergunning krijgen. We sluiten geen migranten op, tenzij ze een misdrijf begaan. Kinderen die hier geboren zijn of al tenminste 5 jaar hier wonen, moeten als regel met hun verzorgende ouder(s) een verblijfsvergunning krijgen. De asielopvang in ons land wordt vergroot, met meer kleinschalige opvang en betrokkenheid van de buurt, de veiligheid wordt verbeterd en er komt goede gratis dagbesteding en scholing.

33.   We streven naar een nieuw gezamenlijk EU-asiel en migratiebeleid. Zolang dat nog niet gerealiseerd is gaan we nationaal, of met een aantal gelijkgestemde lidstaten, al een nieuw beleid vormgeven en implementeren. Asielaanvragen gaan we faciliteren aan de buitengrenzen van de EU, op internationale (lucht)havens en in vluchtelingenkampen in Afrika en Azië. Daar komen asielkantoren die vluchtelingen registreren, beoordelen en screenen. De asieldruk op onze buitengrenzen en (lucht)havens beperken we door jaarlijks veel meer vluchtelingen uit de kampen toe te laten, die veilig gratis naar EU gebracht worden. Nationaal beginnen we met 10.000 per jaar voor de komende kabinetsperiode, met voorrang voor ouderloze kinderen. Toelating geschiedt zoveel mogelijk naar de lidstaat van keuze van de vluchteling. De lasten worden in EU-verband naar draagkracht eerlijk over alle EU-lidstaten verdeeld. Het Dublin-verdrag vervalt daarmee. Daarnaast vergroten we de financiële hulp aan vluchtelingenkampen.

34.   Arbeidsmigratie vanuit buiten de EU gaan we faciliteren en reguleren. We zullen structureel tekorten aan arbeid hebben als we dat niet doen. We richten ons daarbij vooral op Afrika, waar nu veel illegale arbeidsmigranten naar Europa trekken. Lidstaten stellen programma’s vast voor in welke sectoren of beroepen arbeidskrachten nodig zijn, welke eisen daarbij gesteld worden en welke ondersteuning daarbij geboden wordt. We zetten Europese arbeidsbureaus op in Afrika voor werving en selectie van arbeidsmigranten, waarbij een veilige en gratis reis gegarandeerd wordt, en scholing gefaciliteerd wordt. Deze arbeidsmigranten krijgen een tijdelijke verblijfsvergunning met beperkte toegang tot sociale zekerheid (wel zorg, geen bijstand). Tijden hun verblijf krijgen migranten scholing en ondersteuning bij de voorbereiding van hun terugkeer. Blijft men langer dan vijf jaar, dan kan de vergunning door de lidstaat omgezet worden in een definitieve verblijfsvergunning met volledige rechten. Terugkeer wordt gekoppeld aan bilaterale hulpprogramma’s voor de landen van herkomst – een soort Marshallplan voor Afrika.

 

35.   De Wet Inburgering 2021 gaan we op een aantal punten aanpassen:

-de leerroutes worden allemaal gratis, en ze worden niet aanbesteed maar door gemeenten via subsidierelaties georganiseerd, er komen landelijke kwaliteitsnormen en inspectie daarop en er komen ook betere mogelijkheden om van niveau te wisselen,

-huisvesting en plaatsing vindt plaats waar ook werk is,

-geen dwang en sancties, maar motivering en facilitering: geen verplicht vrijwilligerswerk maar verplicht aanbod voor participatie en betaald werk, afronding inburgeringsscholing wel als voorwaarde voor definitieve verblijfsvergunning, persoonlijk plan voor inburgering en participatie wordt afhankelijk van instemming statushouder met inhoud daarvan,

-het ‘financieel ontzorgen’ moet maatwerk zijn – de termijn van zes maanden moet verkort en verlengd kunnen worden, maar wel met betere rechtsbescherming van de statushouder, en in de leerroutes komt ook een verplicht aanbod voor financiële zelfredzaamheid,

-er komt verplicht aanbod voor onafhankelijke maatschappelijke begeleiding,

-de wet gaat wat betreft scholing en maatschappelijke begeleiding ook gelden voor andere migranten van buiten de EU. Voor migranten van binnen de EU komt het scholingsaanbod en de maatschappelijke begeleiding ook beschikbaar. Gemeenten moeten dat actief aanbieden. Met het oog op deze aanpassingen wordt de invoering uitgesteld naar 2022. Gemeenten krijgen extra middelen voor een goede uitvoering.

36.   We gaan integratie veel beter faciliteren en organiseren:

         – Integratie begint met dat andere mensen zich welkom voelen en niet gediscrimineerd worden. We gaan de antidiscriminatie-wetgeving aanscherpen en de handhaving verbeteren – het doelbewust negatief neerzetten van een specifieke groep burgers vanwege hun afkomst, etniciteit, godsdienst, seksuele geaardheid of een beperking, wordt strafbaar. De boetes op uitsluiting van mensen vanwege het behoren tot zo’n groep burgers worden verhoogd. Er komt een aparte Ombudsman voor klachten over discriminatie;

         -De bescherming en handhaving van individuele mensenrechten behoeft eveneens verscherping. Teveel vrouwen en mensen met een andere seksuele geaardheid worden beperkt in de uitoefening van hun rechten. Uithuwelijking, uitsluiting, seksuele verminking, doodsbedreigingen en eerwraak komen nog steeds veel voor, met name in orthodox religieuze gemeenschappen. Seksuele intimidatie en geweld en ander huishoudelijk geweld komt nog steeds breed in onze samenleving voor. De aanpak daarvan moet een financiële en justitiële prioriteit worden, de slachtoffers moeten we beter opsporen en beschermen en we moeten het welzijnswerk er beter op toerusten om slachtoffers te motiveren hulp te zoeken. Activiteiten die gericht zijn op specifieke deelgroepen, zoals vrouwen van een bepaalde afkomst, moeten gestimuleerd worden om een laagdrempelige, veilige omgeving te creëren;

         -Taalbeheersing is enorm belangrijk om mee te kunnen doen. In het in hoofdstuk VII voorgestelde offensief tegen laaggeletterdheid komt aparte aandacht voor activiteiten die speciaal gericht zijn op mensen en vooral ook vrouwen met een andere afkomst, en op hoe deze te verleiden en te motiveren zijn daaraan deel te nemen;

-Het wijkbeleid in de grote steden moet weer worden opgetuigd, waarbij wooncorporaties een noodzakelijke partner zijn, samen met het terugbrengen van het buurt- en jongerenwerk, aandacht voor veiligheid, scholing, integratie en werk. We gaan hier – net als in apart beleid voor krimpgebieden – fors in investeren. We blazen de welzijnssector weer nieuw leven in met een goede organisatie voor o.m. buurt- opbouw- en jongerenwerk, publieke arbeidsbemiddeling, scholing voor jongeren en volwassenen met o.m. een offensief tegen laaggeletterdheid, schuldhulpverlening en armoedebestrijding. Dat koppelen we ook aan initiatieven voor gezonde leefstijl en goede wijkzorg. Juist in arme wijken is er nu veel zorgongelijkheid. We trekken de Rotterdamwet in, die leidt tot ongewenste gentrificatie van wijken. Wijken met een gedifferentieerde samenstelling bevorderen we niet met discriminatoir verwijderen van arme, kansarme huishoudens, maar door hun te helpen in hun ontwikkeling en perspectief, onder meer door juist in rijkere wijken meer sociale huurwoningen te realiseren. 

Toelichting

Zelfs in de huidige crisis, maar nog meer daarna zullen we geconfronteerd worden met de uitdaging om de groeiende, structurele arbeidstekorten het hoofd te bieden. We leven in een duurzaam vergrijzende samenleving, en het is tijd om hier taboes te slechten. We moeten migratie als een kans gaan zien, in plaats van als bedreiging.

Er zijn twee hoofdcategorieën migranten. Eén: vluchtelingen, op de vlucht voor oorlog en vervolging. We moeten als EU veel meer actief zijn in de wereld, zeker in aangrenzende regio’s, om oorlog en vervolging tegen te gaan – met hard en soft power. Het is beter als de EU ze in hun regio asiel laat aanvragen voor opvang in de EU. Zo kunnen mensen bij EU-kantoren ter plekke geregistreerd en gescreend worden. Vluchtelingen die aan de criteria voldoen, kunnen dan legaal en veilig komen. Daar komt geen smokkelaar aan te pas. Zo worden de kampen in de regio ontlast. De verdeling van de vluchtelingen en/of de kosten die daarvoor gemaakt worden moeten eerlijk over de lidstaten worden verdeeld. Met een snelle en goede inburgering kunnen ook vluchtelingen veel helpen bij onze groeiende arbeidstekorten. We gaan – gereguleerd, zoals hierboven beschreven – veel meer vluchtelingen toelaten: om te beginnen tienduizend per jaar.

Die snelle en goede inburgering moeten we dan wel regelen. Daartoe passen we de nieuwe Wet inburgering 2001 aan. Deze gaat teveel uit van dwang, regelt het inburgeringonderwijs niet voldoende en maakt dat onderwijs ten onrechte niet gratis, en faciliteert nog onvoldoende. Het inburgeringsonderwijs wordt ook opengesteld voor immigranten uit de EU en de deelname daarin is gratis en wordt aangemoedigd.

De asielopvang willen we reorganiseren in kleinschalige opvang die zoveel mogelijk georganiseerd wordt in gemeenten waar zij later ook kunnen werken en wonen, met zoveel mogelijk betrokkenheid van andere burgers uit die gemeenten.

De tweede categorie zijn arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten komen omdat er werk is. Veel werk: poetsen, oogsten, ziekenzorg, etc. Werk is dé pull factor voor migranten. Maar arbeidsmigranten van buiten de EU aannemen mag bijna niet: stel je voor dat ze blijven! Dit is een denkfout. Een illegaal gaat niet uit zichzelf terug als hij eenmaal in Europa is: zo’n dodentocht maak je niet nog eens. Maar als hij een arbeidscontract heeft voor vier maanden, en het vooruitzicht dat hij volgend jaar wéér legaal vier of vijf maanden kan werken bij een Spaanse autofabriek of Hollandse boer, dan kan hij rustig een tijdje naar zijn land terug. Velen zullen dat doen. Migranten die geen legale manier hebben om naar Europa te komen, komen illegaal. We kunnen migratie niet stoppen.

Wat we wel kunnen, is het organiseren: We zetten Europese arbeidsbureautjes neer in Afrika, kijken welk EU-land welke arbeidsmigranten nodig heeft, en laten mensen ter plekke op vacatures solliciteren. Wie pech heeft of niet gekwalificeerd is, kan het volgend jaar weer proberen. De EU moet tijdelijke arbeidsvergunningen afgeven en mensen voor tekortberoepen werven op bureaus in met name Afrika, met beperkte rechten op sociale zekerheid (wel zorg, geen bijstand). Dit moet het liefst gekoppeld zijn aan opleidingsprogramma’s, deels on the job, en terugkeerprogramma’s en een soort Marshallplan voor Afrika. Dat maakt het ook mogelijk om met succes terug te keren naar je land van herkomst en daar een beter leven op te bouwen.

Dan snijdt het mes aan vele kanten. Zo bepalen we zelf wie er komen, niet de smokkelaars. Veel politici doen alsof deze oplossing niet bestaat. Ze hitsen ons liever op met moskeeverboden, boerkaverboden en Zwarte Pieten nostalgie. Ze zeggen dat de tekorten in onze verzorgingsstaat ontstaan door migranten, in plaats van fout beleid van diezelfde politici. Zij misleiden daarmee de kiezer en maken onze maatschappij kapot door mensen tegen elkaar op te zetten. We verlangen van tijdelijke arbeidsmigranten wel om zich te conformeren aan onze democratische rechtsstaat, en om daartoe inburgeringsonderwijs en taalonderwijs te volgen. Migratie is te managen, het is een kwestie van politieke wil, humaniteit en rechtvaardigheid om dat te organiseren.

We investeren voorts in een nieuw integratiebeleid. Dat stoelt op bestrijding van discriminatie, het bestrijden van schending van mensenrechten, goed en toegankelijk taalonderwijs en op een herleving van het wijkbeleid.

We voeren een nieuwe, ook landelijk gesteunde en gecoördineerde Wijkaanpak in, die meer thema gericht zal zijn, op basis van de problemen in een wijk, waarin bestaanszekerheid gekoppeld wordt aan samen wonen en leven, met onder meer:

-Een hernieuwde inzet van buurt- en jongerenwerk, gericht op bevordering van bewuste identiteit en samenredzaamheid van wijkbewoners;

-Programma’s tegen laaggeletterdheid en analfabetisme;

-Een publiek geregisseerd en gefinancierd programma voor Nederlands taalonderwijs voor vluchtelingen en andere migranten, en voor veiligheid, woningen en werk. Daarin is apart aandacht voor het bestrijden van discriminatie.

-Wat betreft veiligheid wordt een gemeenschappelijke aanpak gerealiseerd van alle instanties om het criminelen zo moeilijk mogelijk te maken. Daarbij is het belangrijk dat de grote criminele jongens niet ongemoeid worden gelaten. Maar tegelijkertijd moeten mensen met serieuze problemen worden ondersteund met werk, schuldhulpverlening, onderwijs, zorg en een betaalbare woning, en positieve krachten in de wijk moeten worden aangemoedigd en geholpen. De ondermijning van de rechtsstaat in sommige wijken is niet alleen een strijd tegen criminaliteit. Het is vooral een maatschappelijk project, dat niet los kan worden gezien van de uitwassen van een neoliberale samenleving: opkomen voor jezelf, zoveel mogelijk geld verdienen, snel rijk worden, als het niet verboden is dan mag het. De maatschappelijke elite heeft op dit punt vaak het verkeerde voorbeeld gegeven. Als de elite de ondermijning echt wil aanpakken, zou men ook eens in de spiegel moeten kijken. Wat voor samenleving is in de afgelopen decennia gecreëerd? Hoe fatsoenlijk gedraagt de elite zich eigenlijk? Als men in eigen kring geen orde op zaken stelt, dan geeft men de achterkant van Nederland het excuus om dat ook niet te doen.

Er komt weer een apart budget voor investeringen in de kansarme wijken van de grotere steden, evenals een apart budget voor investeringen in de leefbaarheid van krimpgebieden.

We stoppen met de Rotterdamwet en het daaraan verbonden beleid. Die bepaalt dat er in specifieke achtergestelde wijken geen mensen meer bij mogen die geen inkomen uit werk hebben. De Rotterdamwet betekent dat bepaalde mensen niet zelf mogen bepalen waar ze willen wonen. Dat is een discriminerende wet die in buurten kan worden toegepast als de leefbaarheid er aantoonbaar onder druk staat. Dat wordt aangetoond met statistieken zoals de Leefbarometer, een door commerciële bedrijven gemaakte, gelikte site van de overheid waarop je kunt zien wat goede en slechte buurten in Nederland zijn. De belangrijkste indicator van dat instrument voor slechte leefbaarheid is de aanwezigheid van niet-westerse migranten (!), en daarna de aanwezigheid van veel sociale huurwoningen. Woninginbraak is een opvallende afwezige indicator – die komt het meest voor in ‘goede’ wijken.

Waar Amsterdam met nota bene een links college kijkt of ze niet veel kunnen leren van dit programma, en de Rotterdamse PvdA-wethouder Moti positief is over minder bijstandsuitkeringen en hogere schooladviezen, laten reportages van Nieuwsuur en De Monitor[3] veel frustratie en problemen zien bij bewoners, die ook nog eens van de rechter gelijk kregen (Tweebosbuurt). Daarenboven zijn er steeds meer zeer kritische publicaties (Hochstenbach, Slob) die beargumenteren waarom het bestaande beleid juist averechts zou werken en gentrificatie van wijken juist bevorderd.[4]

Onderzoek in opdracht van de Eerste Kamer naar 8 jaar ervaring met de Rotterdamwet laat zien dat er geen aantoonbare verbeteringen waren in leefbaarheid en veiligheid.[5] Rotterdam blijft niettemin volop doorgaan met gentrificatiebeleid. In de Tweebosbuurt worden bijna 600 sociale huurwoningen gesloopt en vervangen door 370 overwegend dure woningen. Deze sloop staat niet op zichzelf. In Rotterdam zijn tussen 2002 en 2017 in totaal 30.000 corporatiewoningen verdwenen, in Amsterdam ongeveer net zoveel. Tegelijkertijd hebben 1,5 miljoen sociale huurwoningen vocht- en schimmelproblemen omdat er niet genoeg in wordt geïnvesteerd.

De arme inwoners vertrekken naar de rand van de stad of groeikernen in de regio omdat alles te duur is geworden. Mensen uit Rotterdam belanden in Capelle of Vlaardingen, de allerzwakste huishoudens uit Amsterdam belanden in Lelystad. Daar kun je prima wonen, maar het aantal banen dat je kunt bereiken vanuit Lelystad is een zesde van het aantal banen dat je kunt bereiken vanuit Amsterdam. Dit vermindert je baankansen of je wordt gedwongen alsnog in Amsterdam te werken. Zeker als je al een laag inkomen hebt, zijn reiskosten een aanslag op je budget en kunnen ze uiteindelijk zelfs een armoedeval betekenen. Gentrificatie zet arme mensen verder op achterstand.

Gentrificatie van wijken is in essentie het verwijderen van (kans)arme huishoudens uit arme wijken, het bouwen voor kapitaalkrachtige en kansrijke huishoudens in die wijken, en het aantrekkelijk maken van die wijken voor die laatstgenoemde doelgroepen – met het slopen van sociale huurwoningen, het bouwen van dure koopwoningen en het steunen van hippe winkels en horeca in plaats van Turkse winkels en theehuizen, om op die manier gemengde wijken te bevorderen. Gentrificatie is opwaardering van wijken door een sociaal onrecht.

Gentrificatie is de ruimtelijke uiting van klassenongelijkheid. Overheden vinden dat ze moeten ingrijpen in buurten met een concentratie van arme mensen en mensen met een migratieachtergrond. Hun aanwezigheid an sich wordt als een probleem gezien. Ook zou er in zulke buurten een gebrek aan positieve rolmodellen en nuttige sociale netwerken zijn. Terwijl het bewijs voor deze aannames flinterdun is. De problemen in arme wijken zijn juist vaak het resultaat van verwaarlozing, doordat de overheid en woningcorporaties er jarenlang niet investeerden in de openbare ruimte, de woningen en de mensen.

Gentrificatie als beleidsinstrument lost problemen in buurten niet op, maar verschuift kwetsbare bewoners naar andere buurten waar nieuwe concentraties ontstaan. Met gentrificatie wordt niet geïnvesteerd in de levenskansen van mensen, bijvoorbeeld via opleiding of werk, maar in stenen. Woningen worden opgeknapt en verkocht, maar dat komt de oude bewoners nauwelijks ten goede. Pas als koopkrachtige mensen ergens komen wonen, wordt een buurt opgeknapt, met brede stoepen en mooie tegels zoals je die nu in de Javastraat ziet. Alsof de oude bewoners het investeren niet waard zijn. 

Gentrificatie draagt bij aan een sociale, economische en ruimtelijke kloof. De nieuwe bewoners, die meestal kopen, profiteren van de stijgende huizenprijzen. Huurders niet. Dit versterkt de toch al grote vermogensongelijkheid in Nederland. Ruimtelijk zorgt gentrificatie aanvankelijk voor meer diversiteit in de buurt, maar op langere termijn vergroot het de kloof tussen de duurste en goedkoopste buurten in een stad. Daardoor groeien stigma, segregatie en machtsongelijkheid: de problemen van de armere bewoners verdwijnen uit het zicht, terwijl sociale, economische en culturele macht zich concentreren op de centrale plekken.

In plaats van arme mensen verdrijven uit hun wijken gaat onze partij weer staan voor hulp van mensen in de wijken waarin ze zelf willen wonen, gaan we een nieuwe ronde van roemruchte sociaaldemocratische stadsvernieuwing aan, waarbij – ook in die traditie – nauw samenwerken en optrekken met de bewoners en hun organisaties, herstellen we de Vogelaarswijken – al weer zo’n gouden sociaaldemocraat die ten onrechte werd afgeserveerd in neoliberale tijden – en herstellen we het welzijnswerk. En in plaats van sociale woningen te slopen gaan we die juist bouwen en renoveren, ook in de rijkere wijken! Meer over betaalbaar wonen in hoofdstuk V.


[1] Zie: https://www.sdgnederland.nl/

[2] Meer over de EU: zie hoofdstuk IX; meer over defensie: zie hoofdstuk VII; meer over eerlijke handel en ontwikkelingssamenwerking: zie hoofdstuk VIII.

[3] (zie: https://demonitor.kro-ncrv.nl/artikelen/de-kansen-van-een-werkloze-uit-rotterdam-zuid-nemen-echt-niet-toe-als-je-hem-in-kralingen-plaatst)

[4] Zie o.m.: https://www.socialevraagstukken.nl/rotterdamwet-is-mislukt/

[5] Genoemd in: https://www.oneworld.nl/lezen/discriminatie/sociaal-onrecht/gentrificatie-gaat-niet-over-hipsters-maar-over-onrecht/

Skip to content