Menu Sluiten

Hoofdstuk IX. Versterking van de democratische rechtsstaat

Een Nieuwe Tien over Rood – Concrete Voorstellen voor een nieuw PvdA verkiezingsprogramma 2021

     Linksom! in de PvdA

Voorstellen:

205.         Directe democratie verdraagt zich slecht met vertegenwoordigende democratie. Ze dreigt gauw te ontaarden in een dictatuur van de meerderheid, waarbij de belangen en argumenten van de minderheid er niet toe doen. Directe democratie is zeer gevoelig gebleken voor eenzijdige informatie en opinievorming. Vertegenwoordigende democratie met evenredige vertegenwoordiging, een lage kiesdrempel en bescherming van rechten van politieke minderheden geeft meer kans op een betere weging van het publieke belang.

We voeren geen referendum in, anders dan op lokaal niveau voor kwesties die alleen dat lokale niveau betreffen. Daarvoor komen hoge drempels (aanvraag gesteund door 40% van kiesgerechtigde inwoners, uitslag tenminste 50% voor van stemgerechtigden).

Wel voeren we een uitgebreider burgerinitiatiefregeling in en faciliteren we via loting samengestelde burgerraden op lokaal niveau. Deze krijgen een adviesrecht aan gemeenteraden.

En gaan we in wijken en dorpen vormen van gedeeltelijk zelfbeheer invoeren, bijv. op terrein van groenbeheer en -onderhoud. Daarbij is altijd ook publieke financiering en dus zeggenschap aanwezig.

Burgerparticipatie bij totstandkoming beleid wordt verder bevorderd. Daarvoor komt een speciaal ondersteunings- en innovatieprogramma en -budget.

206.         We versterken de representatieve, gekozen democratie met:

a)     meer geld voor onderzoek en ondersteuning van volksvertegenwoordigers in ieder gekozen orgaan.

b)     een veel betere vergoeding van hun werkzaamheden op lokaal en provinciaal niveau.

c)      versterking van de positie van politieke partijen, met eisen aan democratische organisatie en financiële transparantie. Private financiering van politieke partijen mag slechts beperkt en volledig transparant plaatsvinden.

d)     Er komt een lobbyregister.

e)     Het nevenwerkzaamheden en -inkomstenregister wordt veel sterker gehandhaafd, met boetes en bekendmaking bij overtredingen.

f)      Er komt geen kiesdrempel.

g)     We versterken de rechten van parlementaire minderheden.

h)     De informatiepositie van volksvertegenwoordigers wordt versterkt (en niet beperkt, zoals het huidige kabinet wil), ambtelijke notities en verslagen mogen niet meer worden achtergehouden.

  • We bevorderen de beginselen van goed en deugdelijk bestuur.

In 2009 heeft de minister van BZK de beginselen van goed en deugdelijk bestuur vastgesteld. In de praktijk blijkt dat bestuurders en ambtenaren die nauwelijks of niet toepassen in de dagelijkse praktijk. Het resultaat is een afnemend vertrouwen in de overheid. In zijn boekje “Groter denken, kleiner doen” geeft Tjeenk Willink vele illustraties hiervan. De PvdA streeft naar een herijking van de beginselen en een verbinding met de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen met de rechtsstaat. “Beginselen van de democratische rechtsstaat vormen het kader van ons functioneren. Burgers en overheid moeten er samen invulling aangeven. De overheid kan dit niet zonder de burgers; de burgers kunnen dat niet zonder de overheid. In die wederkerigheid is een juiste balans nodig van rechten en plichten van burgers enerzijds en overheid anderzijds.” Overheid en burgers verdienen vertrouwen in elkaar en geven elkaar het juiste voorbeeld. Vertrouwen kun je niet afdwingen, maar is een teken van beschaving. Om overheid en burgers en in het verlengde bedrijven en andere maatschappelijke organisaties te helpen samen te werken aan de rechtsstaat en het welzijn gaat de PvdA actief de beginselen toepassen in het beleid van de overheid. In overleg met MVO Nederland en bedrijven bevordert de PvdA het toepassen van beginselen in de publiek-private samenwerking gebaseerd op de principes van people, planet, profit en goed werkgeverschap. De beginselen zijn: openheid en integriteit, participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgericht en doelmatig, legitimiteit, zelfreinigend en lerend vermogen, verantwoording

208.         We voeren een Grondwettelijke toetsing in van wetten. De Raad van State wordt gesplitst in een adviesorgaan van de wetgever en in een bestuursrechter, die ook deze Grondwettelijke taak erbij krijgt.

209.         De Eerste Kamer blijft bestaan, maar krijgt een terugzendrecht. De Eerste Kamer wordt iedere twee jaar voor de helft opnieuw gekozen door de leden van de Provinciale Staten.

210.          Gemeenteraden en Provinciale Staten kunnen tussentijds door hen zelf of hun bestuur ontbonden worden voor tussentijdse verkiezingen. We voegen de taken en bevoegdheden van de waterschappen bij de provincies. De waterschapsbelasting wordt daarbij eerlijker, en dus minder zwaar voor huishoudens.

211.         Gemeenten worden in de komende kabinetsperiode niet meer tegen hun wil heringedeeld. De bestuurskracht van kleine gemeenten wordt versterkt met meer geld en mogelijkheden voor aantrekken van hoog genoeg geschoold personeel.

212.         Gemeenschappelijke regelingen tussen lagere overheden worden voorzien van een verplichte dualistische structuur zoals in gemeenteraden. De bestuurders en volksvertegenwoordigers in de organen van een gemeenschappelijke regeling worden gekozen door en uit de bestuursorganen die zij vertegenwoordigen.

213.         De burgemeester en de Commissaris van de Koning worden openbaar gekozen door de gemeenteraad respectievelijk Provinciale Staten. De kabinetsformateur wordt door de Tweede Kamer benoemd en ontslagen.

214.         De staatsrechtelijke rol van de Koning wordt ook in formele zin beperkt tot representatieve en extern vertegenwoordigende functies. De Grondwet wordt ontdaan van de suggestie dat wetten bij de gratie van een God verkondigd worden. Leden van Koninklijk Huis betalen gewoon belasting en hun inkomen wordt gebracht onder de maximum norm voor topbeloningen in de publieke sector. Van staatsvoorzieningen kan geen gebruik gemaakt worden voor privédoeleinden en paleizen zijn publiek bezit en worden zoveel mogelijk ook voor publiek toegankelijk.

215.         We zetten in op verdere democratisering van de EU:

a)     Er komt een aparte Europese Senaat met leden gekozen door en uit de leden van de nationale parlementen van de lidstaten. Deze zetelt in Straatsburg.

b)     Het Europees Parlement wordt dan niet langer meer gekozen per lidstaat, maar op Europese lijsten van Europese partijen, en zetelt alleen in Brussel.

c)      Het EP kiest de voorzitter van de Europese Commissie, en moet akkoord gaan met de benoeming van de andere leden ervan, waarin niet langer iedere lidstaat vertegenwoordigd is.

d)     De voorzitter van de Europese Raad van ministers moet met instemming van de Europese Senaat gekozen worden.

e)     Het vetorecht wordt drastisch beperkt, meerderheidsbesluitvorming wordt de norm.

f)      De bevoegdheden van Europees Parlement worden uitgebreid.

g)     De controle op rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering wordt versterkt met meer bevoegdheden van de Europese Rekenkamer.

h)     De rechtspositie van de Europarlementariërs wordt gelijk ongeacht de lidstaat waar zij vandaan komen en substantieel versoberd.

216.         De plan- en onderzoeksbureaus van de overheid en het CBS worden wat betreft de wetenschappelijke pluriformiteit en onafhankelijkheid versterkt. Er komt een aparte onafhankelijke Uitvoeringskamer, die vooraf toetst of voorstellen voldoende uitvoerbaar zijn. De Algemene Rekenkamer krijgt de bevoegdheid om geen goedkeurende verklaring te geven. Deze kan worden overruled door een besluit van de gezamenlijke Eerste en Tweede Kamer. Er komen verplicht rekenkamers voor lagere overheden.

217.         We versterken de publieke controle door extra middelen voor onafhankelijke, journalistiek, met als speerpunten voor versterking de lokale, regionale en Europese politiek en onderzoeksjournalistiek. De publieke omroep wordt versterkt met meer digitale mogelijkheden. Reclame wordt daar vervangen door extra bekostiging.

218.         We versterken de democratische rechtsstaat door een substantiële versterking van het recht op openbaarheid in de Wet op de openbaarheid, en een betere regeling voor klokkenluiders.

219.         De positie van de Ombudsman en van de Kinderombudsman worden ook versterkt. Gemeenten en provincies moeten zich aansluiten bij een regionale onafhankelijke, bij wet ingestelde Regionale Ombudsman. Burgers krijgen meer rechtsbescherming tegen besluiten van gemeenten, maar procedures worden verkort en aan het eindeloos kunnen doorprocederen wordt een eind gemaakt.

Skip to content