Menu Sluiten

Hoofdstuk VIII. De markt meester worden: terug naar het Rijnlandse model

Een Nieuwe Tien over Rood – Concrete Voorstellen voor een nieuw PvdA verkiezingsprogramma 2021

     Linksom! in de PvdAE

Voorstellen:

 A.    Gereguleerde marktwerking

176.         De markt is ontspoord in een Angelsaksische dodemansrit. We moeten terug naar het Rijnlandse model. We moeten de markt weer meester worden. Lange termijndoelen met balans in de belangen van alle stakeholders moeten centraal komen te staan, in plaats van alleen korte termijnbelangen van aandeelhouders. Naast het private winstbelang moeten ondernemingen zich rekenschap geven over hoe zij bijdragen aan de belangen van hun werknemers en aan publieke belangen, zoals een duurzame, circulaire productie – people, planet and profit. En dat over hun hele productie- en distributieketen. Ondernemingen moeten in hun publiek jaarverslag meer verplichte onderdelen opnemen over hun sociaal en duurzaamheidsbeleid.

177.         De overheid neemt eigendom in bedrijven die van nationaal belang zijn. We maken vijandige overnames moeilijker door werknemers een blokkerende stem te geven bij alle overnames en fusies, door een wachttijd in te voeren en door financiering door eigen vermogen te eisen. Nu worden overnames vaak gefinancierd via schuld, en dat is slecht voor het bedrijf en voor de economie als geheel. De investeerder, en niet de belastingbetaler moet de grootste risicodrager zijn. Dit wordt vooraf getoetst. Excessieve schuldfinanciering en het verzwakken van de balans van ondernemingen wordt wettelijk beperkt.

178.         We pakken kartelvorming en monopolies aan en we beperken het patentrecht in duur en ook waar het algemeen belang teveel in het geding is, zoals nu bij de farmaceutische industrie en bij internetbedrijven als zoekmachines, sociale media en softwarebedrijven.

179.         We verbeteren de huurbescherming van zelfstandige winkeliers en de rechtspositie van franchisenemers, en we passen de mededingingswetgeving aan, zodat de macht van grote inkopers tegenover kleine zelfstandigen wordt ingeperkt. Bij overheidsopdrachten garanderen we dat kleine ondernemers dezelfde kansen krijgen als grote bedrijven.

180.         Er moeten ook scherpere regels komen voor private equity bedrijven. Het lange termijnperspectief bij bedrijven wordt ondermijnd door excessen van private equity-partijen en door activistische aandeelhouders. Die jagen bedrijven op om onderdelen af te stoten of onderdelen te verkopen zonder oog voor de belangen van werknemers of klanten. Gezonde bedrijven gaan daardoor op termijn kapot. We moeten de uitwassen van dit Angelsaksische aandeelhouderskapitalisme bestrijden: de investeerder, en niet de belastingbetaler moet de grootste risicodrager zijn; excessieve schuldfinanciering en het verzwakken van de balans van ondernemingen moeten worden beperkt; de invloed van werknemers moet worden vergroot; en de kosten en het verdienmodel van private equity-partijen moeten transparant worden.

181.         Consumentenbelangen moeten veel beter worden beschermd. Dat vraagt o.m. strengere regulering en betere handhaving, waarbij de vrije mededinging beperkt kan worden.

De Autoriteit Consument en Markt moet zich beperken tot puur private en niet grotendeels door overheid gesubsidieerde en/of gereguleerde sectoren (dus geen zorg, onderwijs, kinderopvang, etc.) en stelt consumenten- en publieke belangen zwaarder dan pure mededingingsbelangen. Ook moet het verbod op het georganiseerd onderhandelen over prijzen van zzp-ers vervallen.

182.         Het ACM moet proactief controleren op een nieuw door de overheid vastgesteld en gehandhaafd Keurmerk Duurzaam en Eerlijk Ondernemen. Geen zelfregulatie meer, maar harde zekerheid voor een faire beloning, goede arbeidsomstandigheden, geen uitbuiting, geen kinderarbeid, geen bijdrage aan onveiligheid, een schone, circulaire productie en distributie, geen schade aan biodiversiteit en geen vervuiling van lucht, water en bodem.

183.         Reclame en productinformatie moet betrouwbaar zijn, met aansprakelijkheid van de producent als dat niet zo is, en productaansprakelijkheid moet veel minder eenvoudig als nu uitgesloten kunnen worden. Dat geldt des te meer voor digitale aanbieders. We zetten ons in om de misstanden die nu wekelijks bij consumentenprogramma’s te zien zijn aan te pakken met extra regelgeving en handhaving. Met scherpe en intensieve inspecties en hoge, effectieve boetes.

184.         We gaan de mogelijkheden voor een coöperatieve sociale onderneming bevorderen, door een lager vennootschapstarief en een eigenstandige rechtsvorm.

B.    Meer zeggenschap voor werknemers

185.         Door de in hoofdstuk II voorgestelde collectieve vermogensaanwasdeling delen werknemers meer mee met de winst van ondernemingen. Daarbij maken we het aantrekkelijk om dit te doen in de vorm van aandelen voor werknemers, waardoor werknemers mede-eigenaar worden en ook zeggenschap verwerven.

186.         De rechten van de Ondernemingsraad (OR) worden versterkt, o.m. met een recht op het benoemen van een deel van de leden van de Raad van Commissarissen: De Raden van Commissarissen moeten tenminste drie leden hebben die andere onderwerpen bewaken dan de beleggersbelangen, waaronder tenminste een die specifiek let op werknemersbelangen. Tenminste de helft van de leden moeten bestaan uit andere dan vooral financieel georiënteerde types.

187.         Ook de belangen van werknemers bij platformbedrijven moet veel beter gereguleerd en gehandhaafd worden. De voorstellen in hoofdstuk II over regulering van flexwerk zal hun rechtspositie verduidelijken en vaak verbeteren.

188.         En we versterken de zeggenschap van werknemers en hun vakbonden. Werknemers krijgen instemmingsrecht bij overnames en een sterke positie bij afhandeling van faillissementen, doorstarten, fusies en overnames. Het stakingsrecht gaan we wettelijk regelen. Er komen maatregelen om de positie van vakbonden te versterken. Onderdelen van cao’s kunnen alleen voor leden gaan gelden, teneinde free-rider gedrag tegen te gaan. In het burgerschapsonderwijs wordt aandacht gegeven aan het belang van vakbonden en van organisatie van werknemers. Er wordt niet getornd aan de algemeenverbindendverklaring van cao’s. Nepbonden, bonden die in hoofdzaak afhankelijk zijn van financiële bijdragen van werkgevers, worden uitgesloten van het cao-overleg.

189.         We versterken de positie van werknemers in het ontslagrecht, in plaats van de verslechteringen die Rutte III wil doorvoeren. We gaan borgen dat het onderzoek bij ontslagaanvraag beter en onafhankelijker plaatsvindt, met tenminste een mondelinge hoorzitting van de werknemer en goede, gratis rechtsbijstand.

C.     Een minder op export gebaseerde economie en eerlijke handel in plaats van vrijhandel

190.         Onze economie moet minder afhankelijk worden het buitenland en dus van export en doorvoer. Binnenlandse bestedingen moeten veel meer de motor van onze energie worden. Teveel van de Nederlandse productie gaat naar buitenlandse consumenten. We moeten gericht beleid voeren op het verminderen van ons enorme handelsoverschot. Het is onjuist om goedkope lonen te verdedigen omdat die meer banen zouden betekenen. Ze betekenen weliswaar meer banen voor de export, maar die gaan ten koste van banen in de binnenlandse sector met een per saldo negatieve uitwerking op onze levensstandaard. Daarom moeten de lonen juist omhoog in de exportsector, zoals ook Klaas Knot, directeur van DNB, bepleit. In plaats van de huidige sterke afhankelijkheid van de export en van de financiële industrie (die beiden onze economie kwetsbaar maken voor externe invloeden) moet onze economie meer gaan steunen op hogere, duurzaam verantwoorde, binnenlandse bestedingen.

191.         Handel blijft belangrijk, maar eerlijke en duurzame handel moet volledige vrijhandel vervangen, ook in internationaal opzicht. We bevorderen actief handelsrelaties die hieraan voldoen. We beoordelen handelsverdragen hierop zeer kritisch en staan geen aparte rechtssystemen hiervoor toe (geen ISDS, geen ICS). De vrijhandelsverdragen met Japan, Canada en de Zuid-Amerikaanse Mercosur-landen voldoen daar niet aan en kunnen dus niet zonder aanpassing daarop gesteund worden. Lidstaten en regio’s in lidstaten moeten op grond van economische problemen en achterstand tijdelijk ontheffing kunnen krijgen van het verbod op overheidssteun aan bepaalde bedrijven of sectoren. Daartoe worden objectiveerbare criteria en voorwaarden opgesteld, waaraan de Europese Commissie toetst.

192.         Daarnaast verdubbelen we het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Dat budget wordt ontdaan van oneigenlijke zaken als migratie, Nederlandse handel en defensie. We zetten met name in op goed bestuur & democratische rechtsstaat, verduurzaming & tegengaan van effecten klimaatcrisis (droogte, wateroverlast, temperatuurstijging, extreem weer), emancipatie & non-discriminatie en de realisering van de VN-ontwikkelingsdoelen. Ernstige schending van mensenrechten betekent dat we geen handel bevorderen en overgaan tot sancties, liefst met zoveel mogelijk andere landen, bij voorkeur ook in EU-verband. Maar desnoods zetten we alleen de toon. De geloofwaardigheid van buitenlandse politiek moet terug.

D.    Een minder op schulden gerichte economie met een kleinere, strak gereguleerde financiële sector

193.         We willen ook een minder op schulden gerichte economie. De omvang van die schulden is internationaal vergeleken zorgwekkend groot, hetgeen ons zeer kwetsbaar maakt. Het is een rem op economische groei en een levensgevaarlijk gevaar voor de macro-economische stabiliteit. In plaats van de focus op reductie van overheidsschulden moeten we de focus richten op reductie van private schulden en daarmee een veel kleinere financiële sector, voor een duurzame, stabiele economische groei. We stoppen radicaal met het aantrekken van nieuwe financiële spelers uit het buitenland, zoals nu in de aanloop naar de Brexit gebeurt.

194.         Met de door ons bepleite beperking van hypotheken zal ook de financiële sector sterk krimpen. Dat willen we nog verder bevorderen door hogere buffers bij banken te eisen. Wij willen de buffers geleidelijk verhogen naar 10 procent van het kapitaal. De gewogen risico-eisen worden eveneens verhoogd. Hard eigen vermogen is beter dan vermogen dat kan worden omgezet in eigen vermogen (coco’s). Wij willen daarom stoppen met de fiscale bevoordeling van coco’s – een soort converteerbare obligatieleningen waarmee banken strengere kapitaalregels kunnen omzeilen. In de risicomodellen van banken moeten harde ondergrenzen aan het kapitaal worden gesteld, de zogenaamde kapitaalvloeren.

195.         Ook meer regulering helpt om de ‘Wolf on Wall Street’ te temmen. We voeren een verbod in op te risicovolle producten, verplichten tot een harde scheiding tussen nuts- en zakenbankfuncties (aparte spaarbanken)[1]. De huidige strenge bonuswetgeving wordt verscherpt: een bonus mag niet 20% maar nog maar 10% van het vaste salaris bevatten en mag niet gerelateerd zijn aan doelstellingen die speculatie bevorderen of anderszins strijdig zijn met het algemeen belang.

196.         Ook de omvang per bank is nu te groot. We willen streven naar een stelsel van kleinere banken, die bij problemen dan ook minder kostbaar gered kunnen worden. Kleinschaligheid helpt ook de focus meer op het klantbelang te leggen en de nutsfuncties van banken te versterken. We willen ook meer diversiteit in banken, waaronder een staatsbank en een echt coöperatieve bank. SNS Bank moet daarom beslist niet naar de beurs.

197.         Als een bank gered moet worden, wentelen we dat niet meer af op de belastingbetaler. De leiding moet dan plaatsmaken. Bij wanbeleid volgt vervolging, we schikken niet meer.

198.         We stellen het belang van klanten centraal bij banken met regels over minima aan kantoren, persoonlijk contact en advies, geldautomaten, etc. Dit zal ook het verlies aan werkgelegenheid, met name voor lage en middelbaar geschoolde functies, deels kunnen compenseren. Het wordt eenvoudiger om van bank over te stappen – banken moeten o.m. zelfde rekeningnummer blijven gebruiken en automatische incasso’s continueren. Betaalgegevens zijn van de klant, niet van de bank. Banken beschikken alleen over de gegevens, omdat zij een nutsfunctie hebben: het veilig en goed laten verlopen van het betalingsverkeer. Banken mogen betaalgegevens niet verkopen aan derden. De gedragscode waarin de omgang met betaalgegevens is geregeld, willen wij aanpassen, waarbij de bescherming van privacy voorop staat.

199.         Banken dragen nog steeds te weinig bij aan de overheidsfinanciën. Banken betalen geen btw. Wij willen de bankbelasting daarom verhogen. Daarnaast voeren we in Europees verband een belasting in op speculatieve transacties met aandelen (Financial Transaction Taks – FTT – of ook wel Tobin-tax genaamd).

200.         Wij willen de bankenunie vervolmaken door de invoering van een door banken zelf gefinancierd Europees depositogarantiestelsel (DGS), zodat overheden onder druk van spaarders niet in de verleiding komen falende banken alsnog te redden. Met de invoering van een Europees DGS zorgen we ervoor dat de Europese bankenunie naast Europees toezicht en een Europees steunfonds stevig op drie pijlers rust. Daarvoor is het wel nodig dat de bankbalansen eerst verder op orde worden gebracht. Ook de verstrengeling tussen banken en overheden moet verder worden doorbroken. Staatsobligaties moeten daarom een eerlijkere weging krijgen in de Europese en internationale financiële regelgeving. Ook wordt het aandeel staatsobligaties op een bankbalans gemaximeerd.

201.         We willen een vervolg op de discussie over de rol van banken en van de overheid bij geldcreatie en stellen regels bij het gebruik van digitale geldmiddelen als bitcoins. Geldschepping moet de samenleving dienen: een goede democratische controle op geldschepping, het voorkomen van financiële zeepbellen en het creëren van ruimte voor publieke bestedingen. We stimuleren dat geld in de productieve economie terechtkomt en ontmoedigen speculatie.

202.         Sommige verzekeraars verkeren in zwaar weer. Wij willen dat er geen dividenden mogen worden uitgekeerd als buffers onder druk staan. De Nederlandsche Bank moet hierop toezicht houden. We bevorderen coöperatieve verzekeringen met echte zeggenschap van de deelnemers. Collectieve schadeafhandeling is slecht geregeld in Nederland. Woekerpolishouders en derivatenbezitters blijven te lang met ellende zitten. Wij willen een juridische mogelijkheid invoeren om sneller tot collectieve oplossingen te komen.

203.         De accountants hebben bewezen zichzelf niet te kunnen reguleren. We voeren regels en verscherpt toezicht in om te waarborgen dat de controle op rechtmatigheid en op een getrouw beeld geven op juiste wijze plaatsvindt. Zij moeten een Chinese muur opzetten tussen accountantswerkzaamheden en advieswerkzaamheden. Fiscalisten, accountants en vermogensbeheerders ontspringen nog te vaak de dans bij belastingontduiking. In de praktijk worden deze mensen zelden strafrechtelijk vervolgd, terwijl hier wel mogelijkheden voor bestaan. Dat moet anders, omdat dit de mensen zijn die de ingewikkelde constructies bedenken om de fiscus om de tuin te leiden. We moeten de mogelijkheden verruimen om adviseurs te vervolgen die meewerken aan belastingontduiking en agressieve belastingontwijking.

204.         (Semi-)overheidsinstellingen moeten ook minder speelruimte krijgen op financieel terrein met een verplichte, externe toets op investeringen en contracten. Mogelijk kan de BNG hierbij ook een rol spelen als verplichte bankier.

E.     Regulering van het internet

205.         De privacy van burgers moet veel beter worden beschermd en het internet moet meer worden gereguleerd:

a)     Overheden en publieke instellingen moeten zelf controle houden over hun databestanden.

b)     Er komt wettelijk gegarandeerde zeggenschap en transparantie over de koppeling van databestanden in publieke sectoren.

c)      Het medisch beroepsgeheim wordt niet aangetast.

d)     We draaien het mogelijk maken van het verkopen van je data door je bank terug.

e)     Burgers krijgen zeggenschap en controle over wat er met hun data gebeurt en er komen strenge wettelijke voorwaarden voor het omgaan met deze data.

f)      Bij het gebruik van algoritmes en databestanden wordt transparantie wettelijk verplicht. Stigmatiserend gebruik van algoritmes, bijv. bij het bestrijden van fraude, wordt verboden. Algoritmes mogen niet leiden tot uitsluiting op de arbeidsmarkt of verzekeringen.

206.         We ondersteunen de ontwikkeling van een ‘publiek internet’, met waardengedreven publieke en non-profit platforms, waardoor informatie en communicatie, en daarmee datastromen, niet langer via commerciële platforms hoeft te gaan. Zo bevorderen we een divers en pluriform internet met verschillende typen spelers.

207.         We gaan de digitale infrastructuur veel steviger reguleren. Dit geldt des te meer in het geval platformbedrijven nutsfuncties vervullen. De huidige kaders voor wetgeving en regulering lopen achter bij de alledaagse realiteit van algoritmische lock-ins, ongebreidelde verknopingen van datastromen, vervagende grenzen tussen de private infrastructuur en gebruikersvoorwaarden met een onduidelijke status. Zelfregulatie is evident onvoldoende gebleken. Het dwingend en niet transparant goedkeuren van delen van je data en surfgedrag op websites wordt verboden. Platformbedrijven moeten voor hun diensten voldoen aan dezelfde eisen als hun concurrenten: cao-naleving (Picnic), verbod op schijnzelfstandigheid (Deliveroo, Uber), beroepsvoorschriften (Uber) en belastingvoorschriften als btw en toeristenbelasting (AirBNB).

208.         We voeren naar Frans voorbeeld een aparte belasting in op digitale diensten (Digitaks) en voeren wetgeving in om monopolyposities (zoals Google bij zoekmachines en Facebook bij sociale media) te breken. Dat kan o.m. met interoperabiliteit, het verbieden van koppelingen (zoals die nu door de Europese Commissie is verboden tussen het besturingssysteem Windows en de zoekmachine Internet Explorer), en door te verbieden dat toegang tot platforms of data uniek is – zoals nu Facebook bepaalt welk aanbod van andere partijen is toegestaan. Dataportabiliteit maakt het gebruikers mogelijk een alternatief voor Facebook te kiezen zonder gegevens te verliezen en dus zonder virtuele vrienden te verliezen.

209.         We nemen maatregelen om jongeren beter te beschermen tegen potentieel beschadigende content en verslavend internetgedrag, en om burgers te misleiden met ‘fakenews’ – dat moet wel zeer transparant en controleerbaar gebeuren, onafhankelijk van de overheid – en bewuste manipulatie van de democratie.

Toelichting:

Moderne sociaaldemocraten zijn niet voor volledige socialisatie van de economie. We zijn voor een gemengde economie, waarin het marktmechanisme ingeperkt en ingebed wordt door wetten en regels. Dat is in de loop der jaren een van de grote krachten van de sociaaldemocratie gebleken. Zo’n sociale markteconomie kenmerkt zich onder meer door een belastingstelsel dat echt op draagkracht is gebaseerd en arbeid en duurzaamheid stimuleert, een sterke publieke sector, evenwicht tussen sociale en economische doelen en een sociale zekerheid die echt beschermt en helpt.

Het nog steeds geldende beginselmanifest[2] stelt “‘De sociaaldemocratische methode’ kan niet zonder een sterke economie en een vitale markt maar begrenst deze door kaders die niet vanzelfsprekend door die markt geleverd worden: sociale rechtvaardigheid, democratische verantwoording, publiek belang, culturele ontwikkeling en ecologische duurzaamheid.” Het beginselmanifest is zeer expliciet in haar pleidooi voor een gemengde economie: “Een beschaafd kapitalisme vraagt om een gemengde economische orde waarin het marktmechanisme ingeperkt en ingebed wordt door wetten en regels. Dat is in de loop der jaren een van de grote krachten van de sociaaldemocratie gebleken. Zo’n sociale markteconomie kenmerkt zich onder meer door een belastingstelsel dat op draagkracht is gebaseerd, een vitale publieke sector, evenwicht tussen sociale en economische doelen en een sociale zekerheid die beschermt én activeert.

De afgelopen decennia zijn we door een neoliberale ideologie steeds verder vanaf komen te staan. Het Rijnlandse economisch model waarin dit getemde kapitalisme werd belichaamd is steeds meer vervangen door het ongeremde kapitalisme van het Angelsaksische economische model vervangen. Inmiddels dreigen de maatschappelijke ongelijkheid en scheidslijnen die van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika te benaderen. Naast de versterking van een activistische publieke sector moeten we de markt weer meester worden.

Onze economie moet niet alleen minder afhankelijk zijn van de financiële industrie, we moeten in zijn algemeenheid minder afhankelijk worden het buitenland en dus van export en doorvoer. Binnenlandse bestedingen moeten veel meer de motor van onze energie worden. Nederland moet ophouden zichzelf te zien als een kleine open handelseconomie die goedkope lonen nodig heeft om de export op te drijven. In werkelijkheid zijn we onderdeel van een grote en in wezen gesloten economie, de eurozone, waarin de welvaart afhangt van een krachtige en duurzame binnenlandse vraag. Maar zelfs voor een kleine, open handelseconomie is het slecht beleid om met behulp van goedkope lonen het handelsoverschot op te drijven. Al in 1776 leerde Adam Smith ons dat de rijkdom van een land zich uit in de levensstandaard van burgers en niet in de handelsbalans. Lage lonen leiden niet tot een hoge levensstandaard. Dat het Nederlandse overschot op de lopende rekening als percentage van het bbp sinds 2010 meer dan verdubbeld is, toont aan dat we nog steeds teveel nadruk leggen op de export. Teveel van de Nederlandse productie gaat naar buitenlandse consumenten. Het is onjuist om goedkope lonen te verdedigen omdat die meer banen zouden betekenen. Ze betekenen weliswaar meer banen voor de export, maar die gaan ten koste van banen in de binnenlandse sector met een per saldo negatieve uitwerking op onze levensstandaard. Daarom moeten de lonen juist omhoog in de exportsector, zoals ook Klaas Knot, directeur van DNB, bepleit. In plaats van de huidige sterke afhankelijkheid van de export moet onze economie meer gaan steunen op hogere, duurzaam verantwoorde, binnenlandse bestedingen.

We willen tevens een minder op schulden gerichte economie. De omvang van die schulden is internationaal vergeleken zorgwekkend groot, hetgeen ons zeer kwetsbaar maakt. Het is een rem op economische groei en een levensgevaarlijk gevaar voor de macro-economische stabiliteit. De WRR waarschuwde in oktober 2016 dat de omvang van de financiële sector in ons land nog steeds ‘topzwaar’ is. De bezittingen van de banken en verzekeraars zijn ruim vier keer zo groot als de totale Nederlandse economie. Dat betekent dat een toonaangevende bank die in de problemen komt al gauw te groot zal zijn voor Nederland om te redden. De WRR waarschuwt dat burgers zich na de crisis ondanks aangescherpte regels en hogere buffers zich niet veilig mogen wanen. Ze verwacht dat de onrust in het financiële systeem de komende tien jaar zal aanhouden, hetgeen tot nieuwe crises en kostbare reddingoperaties van banken kan leiden.

De absurd grote omvang van hypotheekschulden maakt ook onze financiële sector, die ook weer winst maakt door hypotheken door te verkopen[3], veel te groot ten opzichte van ons bbp. De winsten van de banken zijn weer enorm. De kosten voor de betaling-betaler van hun redding zijn nog steeds niet volledig terugbetaald, en de problemen in vorm van hoge private schulden bij burgers door de bankencrisis duren ook nog voort.

In plaats van de focus op reductie van overheidsschulden moeten we de focus richten op reductie van private schulden, voor een duurzame, stabiele economische groei. De wereld is in wezen een systeem van met elkaar verbonden balansen. Van banken, van burgers, van bedrijven. Het bezit van de een is het krediet van de ander, en zo bestaat een complex systeem van communicerende vaten, groot en klein. Het krediet groeit en is nu wereldwijd 250 procent van het bbp. Van afbouw van leningen, van het verkleinen van de hefboom is sinds Lehman geen enkele sprake. Integendeel. De langdurig lage rentes kunnen ervoor zorgen dat er geld wordt geleend voor projecten of activiteiten die bij een hogere rente helemaal niet zouden zijn ondernomen of ontplooid. Het is dan ook zeer de vraag of het nieuwe bezit dat tegenover al dat extra krediet staat, in dat grote systeem van communicerende balansen, van goede kwaliteit is – en blijft. Als wereldwijd de productiviteitsstijging geen gelijke pas houdt met de groei van het krediet, dan gaat dat fout. Dat zal blijken, als de rente een keer met een schok omhooggaat. Niet vandaag, wellicht ook niet dit jaar, maar eens. Dat moet worden voorkomen met een forse krimp van onze private schulden en daarmee van de onze financiële sector.


[1] Wanneer Europese wetgeving hierover te lang op zich laat wachten, dan voeren we die eerder in met een coalitie van landen die wel al willen.

[2] Vastgesteld op januari 2005, zie: https://www.pvda.nl/wp-content/uploads/2005/01/10195-pvda-pvda-beginselmanifest.pdf

[3] Zie: https://decorrespondent.nl/253/hoe-banken-verpakte-lucht-mogen-blijven-verkopen/21398487-ba10334e

Skip to content