Menu Sluiten

Toelichting op motie Niet toelaten nepbonden tot cao-overleg

Het cao-overleg wordt vervuild door organisaties die geen zuivere vakbond zijn, zoals het Alternatief voor Vakbond (AVV), de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) en Qlix.

Deze organisaties zijn geen echte vakbond (wat ook blijkt uit eigen aanduidingen als ‘alternatief voor’ of ‘meer dan’), maar worden vrijwel volledig betaald en gecontroleerd door werkgevers. Het is een gotspe dat minister Koolmees (Sociale Zaken) cao’s voor 300.000 werknemers in de detailhandel (met het AVV met 680 leden, waarvan maar een zeer klein deel in de detailhandel), voor 14.000 werknemers in de schildersbranche met het LBV (dat in die branche nauwelijks leden hebben) en voor 184.000 medewerkers in callcenters met de zeer kleine bond Qlix algemeen verbindend verklaart, die door deze 680 leden tellende gele bond worden afgesloten. 

AVV, LBV en Qlix zijn wat men in vakbondsland een gele bond noemt. Een gele bond is een vakbond die financieel en/of strategisch wordt gecontroleerd door werkgevers. In de door Nederland geratificeerde ILO-conventie 98 artikel 2 verplicht de staat zichzelf om werknemers te beschermen tegen een door werkgevers gecontroleerde vakbond.

· 1. Workers’ and employers’ organisations shall enjoy adequate protection against any acts of interference by each other or each other’s agents or members in their establishment, functioning or administration.
· 2. In particular, acts which are designed to promote the establishment of workers’ organisations under the domination of employers or employers’ organisations, or to support workers’ organisations by financial or other means, with the object of placing such organisations under the control of employers or employers’ organisations, shall be deemed to constitute acts of interference within the meaning of this Article.

Als voorbeeld: De 680 leden van het AVV betalen in totaal 17.000 euro aan contributie. Bijna 675.000 euro is afkomstig van werkgevers. Dat is meer dan 97,5 procent van de hele begroting!

De AVV kan bij hoog en laag beweren hoe onafhankelijk het AVV van werkgevers is, maar een kind begrijpt dat zijn clubje onmiddellijk door de hoeven zakt als de werkgeversbijdragen wegvallen. Daarmee zijn ze niet onafhankelijk in de zin van artikel 2 van de ILO 98 conventie.

Bonden zonder stakingskas en die meer dan voor 50% afhankelijk zijn van werkgevers, kunnen zich niet onafhankelijk opstellen. Dat is een groot probleem omdat op deze wijze de arbeidsvoorwaarden van werknemers worden uitgehold. En het verzwakt de positie van de echte vakbonden.

In de algemene ledenvergadering van het AVV claimde het bestuur dat de cao-panels, de brede democratische en vernieuwende basis van deze ‘vakbond’, 4300 leden hebben. Je kunt je in de praktijk zonde enige controle aanmelden als lid. Per panel kan je je aanmelden, zonder controle op dubbeltellingen en zonder controle of je werkt in de sector. AVV sluit een stuk of tien cao’s af voor circa 300.000 werknemers en heeft 43 panels. Waaronder 33 slapende panels, want er valt niets te stemmen. De CAO panels zijn fake.

De hiervoor genoemde cao’s zijn zonder uitzondering gesloten zonder betrokkenheid van de grootste bond, de FNV. Steeds zijn slechte arbeidsvoorwaarden het gevolg, juist voor mensen met zeer lage inkomens en geen vaste rechtspositie, in sectoren waar vaak goede winsten worden gemaakt en de top zich evenals de betrokken bestuurders van de gele bonden goed beloond.

Als voorbeeld: In de cao voor de detailhandel (onder meer modezaken, warenhuizen, tuincentra en sportwinkels) met werkgeversorganisatie InRetail die door AVV afgesloten (170.000 medewerkers) is gaan sommige medewerkers er zelfs op achteruit. Er zijn amper loonsverhogingen, nieuw personeel gaat erop achteruit, minder toeslagen, nog flexibelere roosters (tot 35% minder zekerheid over aantal arbeidsuren per dag!). De FNV werd niet toegelaten tot de onderhandelingstafel ondanks dat ze met ruim 10.000 leden veruit de grootste in de sector is. De raadpleging van de AVV in deze retail cao: 269 respondenten (61%) hebben vóór gestemd, 169 respondenten (39%) tegen en 33 neutraal.

De minister van Sociale Zaken is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet op cao, het algemeen verbindend verklaren van een cao en de implementatie van ILO-conventies. Het is dan ook een raadsel dat hij een cao met het AVV algemeen verbindend heeft kunnen verklaren.

De motie roept op om tegen deze praktijken stelling te nemen en de regels aan te scherpen, en alleen echte vakbonden toe te laten tot het cao-overleg.

Skip to content