Probleemleningen MKB 10%. 10-20% van MKB-bedrijven worden begeleid door intensief/bijzonder beheer van de bank.
Omvang private schulden in Nederland stijgt. Nu 760 miljard euro. Is 218,8% van ons bbp.
Hypotheekschuld stijgt, nu 672 miljard euro.
61% van woningbezitters in Nederland heeft een hypotheek. In de Eurozone is dat minder dan 30% gemiddeld.
340.000 hypotheken staan in Nederland nog steeds onder water.
Fiscale netto steun aan woningeigenaren 13 miljard euro per jaar, aan huurders 2,9 miljard.
Studieschuld: 29,7 miljard. Stijgt.
Omvang financiële sector door leningen 4 x zo groot als totale Nederlandse economie.
Ca. 650.000 huishoudens hebben risicovolle schulden.
Ca. 550.000 huishoudens hebben problematische schulden.
Samen 1,2 miljoen huishoudens (20% van totaal aantal huishoudens in Nederland.
-1 op de 8 Nederlanders staat rood.
-37% van huishoudens in Nederland heeft een betalingsachterstand gehad
-312.000 mensen betaalden hun zorgpremie niet.
-198.000 mensen hebben een huurachterstand.
-729.577 mensen hebben een BKR-registratie.
-107.310 mensen hebben een betalingsachterstand op hun hypotheek.
-676.064 mensen hebben een studieschuld, 13.941 euro per student
-100.000 mensen konden hun aflossing op de studieschuld niet voldoen
-8000 keer werd vorig jaar een huis ontruimd.
-20.000 keer werd de elektriciteit afgesloten.
-3 miljoen keer belde ergens een deurwaarder aan
-62% van de werkgevers heeft werknemers met financiële problemen
-500.000 keer per jaar wordt er loonbeslag gelegd (50% op uitkering), bij 59% zorgverzekeraar belangrijkste schuldeiser, 40% Belastingdienst, 34% gemeente, 33% CJIB
-18% van de huurders komt geld tekort om in de meest noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien
Fraude in sociale zekerheid € 153 miljoen (<0,25% van totale uitgaven sociale zekerheid)
Fiscale fraude (excl. btw en accijnzen) € 4200 miljoen.
Laaggeletterden oververtegenwoordigd (50% in problematische schulden, heel Nederland 18% = 2,5 miljoen mensen)
10-15% van bevolking is functioneel analfabeet
10% van bevolking is extreem digibeet
>10% van bevolking heeft ggz-problemen
74.000 mensen hebben lichte verstandelijke beperking (LVB)
2,2 miljoen mensen hebben laag IQ (70-85)
40% van mensen heeft problemen met financiële administratie en planning
27 formulieren nodig voor 13 verschillende inkomensondersteuning, verschillende definities en betaalmomenten
Inkomen afgelopen 10 jaar niet gestegen = 70% van de bevolking
Onderste 40% inkomens zag inkomen afgelopen 10 jaar dalen
Tussen 2007-2013 steeg armoede van 850.000 naar 1,25 miljoen mensen
378.000 kinderen groeien op in huishouding met laag inkomen
600.000 mensen zijn langdurig (>3 jaar) arm
20% van bevolking heeft geen enkele financiële buffer, nog eens 20% heeft buffer van < € 2000
Arm huishouden komt per maand € 217 per maand tekort voor noodzakelijke kosten
1,8 miljoen mensen hebben flexcontract, >25% van alle werknemers, ze verdienen gemiddeld 10% minder dan mensen met regulier (vast) contract plus hebben minder vangnetten
Plus 1 miljoen zzp-ers, waarvan grootste deel met zeer laag inkomen en geen sociale bescherming.
40% van mensen in armoede heeft inkomen uit arbeid als voornaamste inkomstenbron, 60% van kinderen in armoede heeft werkende ouder(s)
Risicogroepen armoede/schulden:
-Eenoudergezinnen: Vrouwen bij eenoudergezin zijn 23% in armoede, bij mannen in eenoudergezin is dat 14%
-Gezinnen met laag inkomen, waarbij niet-westerse afkomst hogere kans geeft op langdurige armoede, en gezinnen met meer dan 2 kinderen
-Huurders met te hoge woonlasten
-Flexwerkers, zzp-ers
-Langdurig in bijstand/sociaal minimum
-Chronisch zieken en mensen met beperking
-Laaggeletterden, digibeten
-Laag opgeleiden, m.n. jongeren
-Mensen met LVB
Oorzaken schulden:
-Life-events: werkloosheid, scheiding, overlijden werkende partner, arbeidsongeschiktheid, etc. Met name vrouwen zijn dan kwetsbaar
-Loon of uitkering is structureel te laag, individuele kosten voor zorg, huur, onderwijs en/of kinderopvang zijn te hoog
-Onzeker werk, wisselend inkomen, wegvallen vangnetten (door teveel eisen om in aanmerking te komen, en/of door flexwerk/zzp)
-Regelingen te complex, m.n. ook bij fiscale toeslagen en wisselend inkomen
-Te weinig mogelijkheden voor persoonlijk advies (digitalisering)
-Escalering van schulden door boetes, rentes en invorderingskosten, waarbij privatisering incasso van publieke instellingen en overheden belangrijke drijvende factor is, evenals kosten van private bewindvoering op rekening van gemeenten
-Escalering van schulden door huisuitzetting of afsluiting van energie en/of water
-Te late inschakeling hulp door hoge drempels, formele weigeringsgronden, schaamte, uitstelgedrag, geen of gebrekkige vroegsignalering, en te vaak te lage kwaliteit hulpverlening
-Geen registratie van problematische en risicovolle schulden, en slechte registratie van instroom, doorstroom en uitstroom van schuldhulpverlening
Schuldenescalatie: bij schulden < € 2500 komt er gemiddeld 151% bovenop door rente, boetes en invorderingskosten (schuld wordt 2,5 keer zo groot)
Bij schulden > € 10.000 is dat gemiddeld 8%.
Boetes bij achterstand zorgpremie 25% van achterstallige premie
Max. kosten privaat incassobureau 15% van vordering
Bij beslaglegging is na 1 jaar in 39% van de gevallen de schuld afgelost
Ca. 200.000 huishoudens in schuldhulpverlening (Wgs + Wsnp), is 12% van totaal aantal problematische + risicovolle schulden
Waarvan ca. 164.000 in Wgs en ca. 36.000 in Wsnp
Wcbm beschermingsbewind schulden: 182.000 schuldenaren (12% van aantal problematische + risicovolle schulden), stijgt sterk
76% van problematische + risicovolle schulden is niet bekend bij Wgs, Wsnp noch Wcbm
Gemiddeld hebben zij 14-15 verschillende schuldeisers, gemiddelde totale schuld is € 40.300
Aanmelding schatting bij gemeente: ca. 95.000 per jaar, stijgt
37% van de instroom slaagt erin minnelijke regeling te treffen met schuldeisers (ca. 35.000)
34% van deze groep slaagt erin schuldenvrij te worden (ca. 23.000), 66% valt dus uit (ca. 12.000)
Recidive na schone lei: 4300 per jaar
17.000 van schuldenaren komen jaarlijks via rechter in Wsnp
36.600 personen zitten in de Wsnp
20% van de aanvragen Wsnp wordt afgewezen
10% van de aanvragen Wsnp trekt zichzelf terug
20% van de mensen in de Wsnp valt tussentijds uit
Mediane schuld Wsnp € 28.400
Wat schuldeisers in Wsnp terugkregen was gemiddeld € 5600
In 50% van de gevallen werd minder dan 10% terugbetaald
Directe kosten schuldhulpverlening ca. 500 miljoen euro per jaar.
Indirecte kosten problematische schulden ca. 11 miljard euro per jaar.
Overzicht beschikbare gegevens schuldhulpverlening (Bron: KWIS rapport, 2017)
Fase
|
Aantal | Uitstroom, doorstroom en resultaten | Definities en registratie | Volledigheid, representativiteit en witte vlekken | |||
A: Melders met financiële hulpvragen | Onbekend | Over de uitstroom en resultaten is geen informatie beschikbaar. | De definitie van financiële hulpvraag is niet eenduidig. Ook verschilt de wijze van registratie en kunnen inwoners zich bij veel verschillende loketten melden. | De versnippering, definitie en registratie maakt het lastig een volledig en representatief beeld te geven. | |||
B: Aanmelding, info en advies | 90.500 – 124.000 | De uitstroom ligt op 20 – 30%. Een deel daarvan is direct geholpen, inclusief informatie en advies. De doorstroom ligt op 70 tot 80 procent. | De definitie van een aanmelding schuldhulpverlening is helder. De wijze van registratie van de aanmeldingen verschilt. | Het aantal aanmeldingen is een onderbouwde schatting; het is echter niet volledig betrouwbaar. | |||
C: Intake | 72.500 – 98.000 | Geen cijfers bekend. | De definiëring van de intake is in het algemeen gelijk. Het product kan wel anders worden genoemd. | Het gepresenteerde cijfer is een schatting en dus niet volledig betrouwbaar. | |||
D: Stabilisatie | 44.000 – 61.000 | Over uitstroom, doorstroom en resultaten is geen landelijk cijfer bekend, wel bij individuele organisaties. | Binnen stabilisatie kunnen verschillende instrumenten worden ingezet. Er is derhalve geen eenduidige registratie. De inhoudelijke doelen van stabilisatie worden wel breed gedeeld. | Het gepresenteerde cijfer is een indicatie van de stabilisaties. | |||
E: Toeleiding minnelijke regeling | Onbekend | Van de pogingen om een regeling te treffen waarin een schuldenaar met zijn schuldeisers overeen stemming bereikt over de wijze waarop hij zijn schuld tegen finale kwijting afbetaalt, slaagt 37 procent. Er zijn grote verschillen per organisatie. Een deel van de uitstroom gaat door naar de toeleiding Wsnp. | De toeleiding naar een minnelijke regeling is in principe een duidelijk product. Inhoudelijk zitten er wel verschillen tussen de gekozen oplossingen (schuldregeling, saneringskrediet, etc.). | Er is geen landelijk beeld van het aantal toeleidingen naar een minnelijke regelingen | |||
F: Toeleidingen Wsnp | 17.000 | Succesvolle toeleidingen 11.700. | De definities van deze fase zijn helder. | Het gepresenteerde cijfer is een volledig en betrouwbaar cijfer. | |||
G: Budgetbeheer | 51.400 | Geen gegevens bekend. | Dit cijfer is gebaseerd op het aantal openstaande budgetbeheerrekeningen en niet op personen. | Het gepresenteerde aantal geeft een volledig en representatief beeld voor Nederland. | |||
H: Toeleiding beschermingsbewind | 5.500 | Onbekend. | De toeleiding naar beschermingsbewind kan door veel verschillende actoren worden ingezet. De schuldenproblematiek kan daar een grondslag voor zijn. | Het gepresenteerde cijfer Is een indicatie. | |||
I: Huishoudens in een lopende minnelijke regeling | Onbekend | Uit de jaarcijfers van de NVVK blijkt dat 66 procent van de gestarte minnelijke regelingen na 3 jaar succesvol wordt afgerond (regeling is geslaagd). | De beëindiging van een minnelijke regeling is een helder en afgebakend product. De definiëring van het resultaat kan leiden tot interpretatieverschillen. | ||||
J: Huishoudens in een lopend Wsnp-traject | 36.649 | 86 procent stroomt succesvol uit. | De definities van deze fase zijn helder. | Het gepresenteerde cijfer is een volledig en betrouwbaar cijfer. | |||